Het lot van het geadopteerde kind deel 3
In het 3e en tevens laatste deel van deze drieluik vertel ik hoe ik onbewust allerlei overlevingsmechanismen ontwikkelde en de pijn en angst die hiermee gepaard gingen, jarenlang wegstopte. Dit veranderde toen ik me bewust werd dat ik zelf de kracht had om mijn trauma’s te helen.
In dit proces heb ik geleerd om mijn gevoelens toe te laten en te doorleven, en ben ik stap voor stap dichter bij mijn authentieke zelf gekomen.
Als een baby vanaf de geboorte niet volledig samen is met de moeder, kan het kind te vroeg een besef van “ik” en “de ander” ontwikkelen. Normaal gesproken voelt een pasgeboren baby zich de eerste maanden nog volledig verbonden met de moeder, alsof ze één geheel zijn. De moeder geeft het kind liefde, warmte en zorg, en de baby voelt zich veilig en geborgen. Dit helpt het kind later rustig te ontdekken wie hij of zij zelf is. Maar als de moeder om wat voor reden dan ook niet beschikbaar is, bijvoorbeeld door adoptie, ziekte, afwezigheid of emotionele afstand, wordt de baby te vroeg gescheiden van haar. Hierdoor moet het kind sneller een gevoel van “zelf” ontwikkelen, wat we een “vroegtijdig ego” noemen. Dit gebeurt te snel en is eigenlijk niet wat de baby op dat moment nodig heeft.
Vanwege het overweldigende gevoel van (af)gescheidenheid moest ik een manier vinden om te overleven zonder de nabijheid en emotionele steun van mijn biologische moeder. Dit overlevingsmechanisme zorgde ervoor dat ik niet kon opgroeien vanuit mijn authentieke zelf. In plaats daarvan ontwikkelde ik allerlei strategieën en verdedigingsmechanismen om mezelf te beschermen tegen de angsten en onzekerheden die voortkwamen uit het gebrek aan veiligheid en geborgenheid.
Als klein meisje had ik al door wat ik moest doen om liefde van anderen te krijgen. Ik was ontzettend bang om mensen te verliezen en hunkerde intens naar geborgenheid en liefde. Daardoor ontwikkelde ik het vermogen om goed aan te voelen wat de ander nodig had en begon ik al vroeg met pleasen. Ik richtte me volledig op het vervullen van behoeften van anderen, wat me een gevoel van voldoening gaf. Ik wist namelijk dat ik de ander blij maakte, en in ruil daarvoor kreeg ik de liefde waar ik zo naar verlangde.
Onbewust maakte ik mijn eigen behoeften en emoties ondergeschikt aan die van anderen. Het was alsof ik, door het gelukkig maken van de ander, een soort zekerheid creëerde dat ik niet verlaten zou worden. Maar diep vanbinnen was ik constant bezig met het zoeken naar externe ‘schijnveiligheid’ en waardering, terwijl ik mezelf steeds meer uit het oog verloor. Daarnaast zorgde dit gedrag ervoor dat ik mijn eigen innerlijke pijn kon vermijden.
Ergens diep vanbinnen was ik bang om de pijn in mijn hart toe te laten, bang voor de ‘beerput’, uit angst dat het verdriet te overweldigend zou zijn. Door het wegdrukken van mijn emoties werd ik een soort wandelend hoofd, dat alles probeerde weg te redeneren. Naar buiten toe was ik meestal het zonnetje en mijn positieve zelf, terwijl ik me vanbinnen nerveus, angstig, onzeker en depressief voelde. Ik was ook heel goed in het verdoven van mijn gevoelens door roken, alcohol, drugs, seks, hard werken en voedsel. Het lege gat probeerde ik letterlijk op te vullen met middelen. Doordeweeks had ik wel een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor mijn werk, en daardoor lukte het me prima om een ‘normaal’ leven te leiden. Ik had financieel alles op orde, een fijn huis, vrienden en een leuk sociaal leven. Vanaf de buitenkant leek alles ‘normaal’ te zijn.
Heel eerlijk, ik dacht dat hoe ik me vanbinnen voelde – de leegte, de pijn, de innerlijke onrust, de depressieve gevoelens – bij mij hoorde en dat ik ermee moest leren leven. De muur die ik had opgetrokken was meters hoog en ogenschijnlijk leek het alsof er met mij niks aan de hand was. De jaren verstreken en ik had inmiddels een vaste relatie, maar die was verre van veilig. Omdat onveiligheid was wat ik kende, trok ik ook onveiligheid aan. Zo binnen, zo buiten.
Gaandeweg deze relatie begon ik me steeds onzekerder en kleiner te voelen. Het was alsof mijn hele waardigheid was afgebrokkeld, totdat er niks meer van me over was. Ik zat vol angst en elke dag was overleven. Totdat ik de moed vond om uit deze relatie te stappen en voor mezelf te kiezen. Er kwam een soort oerkracht in mij omhoog; ik was meer waard dan dit, dit hoefde ik niet langer te pikken!
Vanaf dat moment kwam er een grote doorbraak die levensveranderend voor mij is geweest. Dit was het moment dat ik een keiharde grens heb aangegeven en voor mezelf heb gekozen. Ook al was ik emotioneel gebroken, toch voelde ik een grote innerlijke kracht die ervoor zorgde dat ik uit die relatie ben gestapt en een leven voor mezelf ben gaan opbouwen. Toch heeft deze relatie me ook veel gebracht; het heeft het deurtje geopend naar mijn gevoel. Alle pijn die ik diep had weggestopt, stond te trappelen om naar buiten te komen. Dit begon met hyperventilatie en paniekaanvallen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik aan het werk was en opeens werd overvallen door een overweldigend gevoel van paniek, alsof ik een hartaanval kreeg. Ik wist niet wat me overkwam, dit had ik nog nooit meegemaakt en ik herkende mezelf niet meer. De hele dag voelde ik intens verdriet en kon ik alleen maar huilen. In overleg met mijn leidinggevende heb ik mij toen ziekgemeld, en zij adviseerde mij een therapeut waar zij goede ervaringen mee had. Vervolgens vertrok ik naar huis met het telefoonnummer van de therapeut in mijn tas.
Tot op de dag van vandaag ben ik mijn leidinggevende nog steeds dankbaar dat zij de moeite heeft genomen om deze therapeut aan te raden. Want deze geweldige therapeut was de eerste die de link wist te leggen tussen adoptie, mijn gevoel van onveiligheid, mijn angsten, blokkades en patronen waar ik tegenaan liep in het leven. Vanaf dat moment begon mijn innerlijke reis en heb ik op allerlei manieren proceswerk en bewustzijnsontwikkeling gedaan.
Stap voor stap heb ik mijn geconditioneerde lagen mogen afpellen, wat je zou kunnen omschrijven als alles wat ik niet ben. Alle angsten, blokkades en overtuigingen die als een zware deken over mij heen lagen, heb ik van me afgeworpen. Ik heb geleerd wat echt voelen is en om aanwezig te kunnen zijn bij alle sensaties die ik in mijn lichaam ervaar. Ook pijn en verdriet horen daarbij; ik mag het nu allemaal voelen en volledig doorleven. Doordat ik mezelf toestemming heb gegeven om alles diep te doorvoelen, is er ruimte gekomen voor mijn authentieke zelf, de persoon die ik werkelijk ben. Het mooie licht in mij, dat ik jarenlang heb verstopt, kan ik nu laten schijnen. Door de jaren heen heb ik geleerd om mijn intuïtie te volgen en me niet meer te laten leiden door de druk van de maatschappij of de verwachtingen van mijn omgeving. Trouw blijven aan mezelf is daarin essentieel. Dat betekent voor mij dat ik doe wat mij die innerlijke sparkel geeft en dat ik mezelf helemaal durf te laten zien aan de wereld, zonder maskers of filters.